
- Wij als mens onze honden letterlijk en figuurlijk te vroeg loslaten. Een hond van vijf maanden kan niet wat een hond van twee jaar kan als het gaat om begrijpen, doen en communiceren. De eerste 5/6 maanden van een pup of herplaatser zouden vooral in het teken moeten staan van binding en vertrouwen met elkaar opbouwen. Vanuit die basis, accepteer je veel meer van elkaar.
- Als je de hond te vroeg los gooit van de lijn, realiseer je dan dat je daarmee letterlijk en figuurlijk een lijn verbreekt. In het kader van een band opbouwen, de relatievorming wil je dicht bij elkaar blijven. Wanneer je de hond bij je moet roepen heb je hem onbewust ook geleerd bij je vandaan te gaan.
- Is er een sociale binding dan, kan je gaan denken aan het trainen en werken met je hond. Het is een vertrouwenskwestie. Vertrouwen, vertrouwen en nog eens vertrouwen.
- Waarom starten we in een heel voeg stadium al op de training met zit/af- blijf? Je bent net gestart om samen een vertrouwensband op te bouwen, de hond wil dan graag dicht bij je blijven. Een pup of nieuwe hond loopt immers niet voor niks links achter je met je mee. Hij volgt als ware zijn moeder.
- Pups zijn toch al aan allerlei prikkels gewend vanuit het nest. En toch is hij nu ineens ergens bang voor. Prikkels registeren is iets heel anders dan verwerken. Zou het niet zo kunnen dat zijn de hersen ontwikkeling zich nu op een heel ander nieuw niveau heeft ontwikkelt en de prikkels dus heel anders worden ervaren door de hond.
- Met name voor pups geldt een dolle vijf minuten dienen te worden opgevolgd met 2/3 dagen rust! Onderschat u alstublieft niet hoe belangrijk rust is!
- Het empathische vermogen van honden jonger dan drie jaar nog niet zo heel goed is ontwikkeld. De hond heeft dus nog niet het vermogen om goed te relativeren en kan daardoor in zeven sloten tegelijk lopen, een beetje vergelijkbaar met een kind van vier jaar die je op een fietsje zonder zijwieltjes over de snelweg laat fietsen. Je moet dus echt voorkomen dat je hond zich ergens in stort waardoor hij in gevaar kan komen.
- Het duurt jaren eer een hond motivatie om kan zetten in dienstbaarheid!
- Een hond heeft dezelfde onvoorwaardelijkheid naar zijn eigenaar als een kind heeft naar zijn ouders: hij is afhankelijk van ons en dat blijft ook, in tegenstelling tot kinderen.
- De mens is van de firma ‘kijk en luister’ je hond is van het bedrijf ‘ruik en voel’. Honden leren vooral door geur en tast, aanrakingen en je hond kunnen aanraken is dus heel belangrijk voor een goede onderlinge vertrouwensband. Dat u uw hond volgens u zelf overal kunt aanraking is een veel gehoord gezegde, maar ervaart uw hond deze aanrakingen ook als prettig en vertrouwd of laat hij het toe uit…… Zeg nou zelf, of je geliefde je aanraakt of de buurman die je net 2 dagen kent. Wederzijds respect en vertrouwen in een relatie opbouwen kost tijd, ook met uw dier!
- De hersenen (cortex) van een hond maken net als bij de mens fases van ontwikkeling door. Vraag u eens af of wat u nu aan van uw dier vraagt/verlangt of u dat eigenlijk wel kunt vragen. Is hij/zij in staat om het al te begrijpen, mentaal, fysiek en emotioneel?
- Benoem het gedrag van je hond en laat daarbij horen wat je wel en niet fijn vind. Er bestaat meer communicatie als Ja, Nee en Foei. Samenwerken is samen communiceren. Je mag je hond ook gewoon bedanken door het werkelijk tegen hem uit te spreken. Een gemeend compliment wordt door iedereen gewaardeerd. Je geeft je kind ook niet bij alles wat hij goed doet een snoepje.
- Dat je als hond automatisch zou moeten luisteren naar “foei”, “nee”, en “mag niet” van je baas is helemaal niet zo vanzelfsprekend. Als baas hoor je het correctierecht ook te verdienen. De hond moet jouw “mag niet” van je accepteren voordat hij het uitvoert en dat vraagt om vertrouwen. Als je jouw hond terecht wijst / corrigeert omdat hij bijvoorbeeld uitvalt, moet je hond wel zekerheid hebben dat jij het dan ook verder voor hem op knapt.
- Wanneer u hond ouder wordt en zijn leeftijd in de volksmond senior wordt genoemd, dan komt er een tijd uw dier u weer harder nodig heeft in begeleiding. De zintuigen van zicht, gehoor en reuk nemen af, het moment de hond extra op het samenwerken met zijn baas wil kunnen vertrouwen.
- Honden zijn geen opportunisten. Ze gaan voor relatievorming, niet voor het er zelf beter van te worden. En: vergeet dat je ranghoger/ dominant moet zijn. De begrippen ranghoger en ranglager zijn inwisselbaar. Het heeft te maken met je persoonlijke capaciteiten, met dat je op een bepaalde momenten leiding kunt geven of op andere momenten jezelf juist dienstbaar kunt maken naar anderen. Het gaat om takverdeling, samenwerken! Soms maakt de een zich ondergeschikt aan de behoefte van een ander, soms is dat andersom. Het is een doorlopende wisseling van taken, zo krijg je een perfecte samenwerking.
- Er worden nog steeds veel vergelijkingen gemaakt tussen wolven en honden. Waarom laten we onze honden dan niet net als wolven, drie jaar puppen? Het kost bijna drie jaar eer een hond geestelijk en lichamelijk “klaar” is.
Bron: Arjan van Alphen.
Wat een mooi artikel ❤️